Technologie bepaalt steeds meer hoe sport beleefd wordt. Teams gebruiken data om trainingen slimmer in te richten. Spelers krijgen direct inzicht in prestaties en herstel. Fans volgen niet alleen de statistieken, maar nemen ook actief deel via platforms als 888 bet. Daar kiezen ze voor pre-match weddenschappen op uitslagen of doelpuntenmakers, of doen ze mee aan live betting, waarbij odds voortdurend meebewegen met het spel.
Technologie raakt steeds dieper verweven met sport, van het veld tot de tribune. Ook in de Achterhoek sluiten clubs zich nadrukkelijk bij die ontwikkeling aan.
Top Turnacademie Achterhoek zet sensortechnologie in
In de regio valt vooral de Top Turnacademie Achterhoek (TTA) in Varsseveld op. Deze turnacademie, die recent nog het nieuws haalde doordat alle drie hun turnsters geselecteerd zijn voor de Olympische Spelen, experimenteert volgens bronnen met het gebruik van sensoren om belasting en beweging inzichtelijk te maken tijdens trainingen.
Trainers van de TTA melden dat met Motion-sensoren (zoals accelerometers en gyroscopen) worden gebruikt om nauwkeurige feedback te krijgen op sprongen, landingtechniek en asymmetrie in beweging. Die data wordt direct besproken na de trainingssessies: waar de landing te hard is, waar de kniehoek te groot is, of waar een atleet “afwijkt” ten opzichte van het referentiemodel.
Omdat TTA al op hoge niveaus opereert, is de drempel voor innovatie hoger dan bij gemiddelde clubs. Maar het succes ervan fungeert als inspiratie voor andere sportverenigingen in de Achterhoek.
Regionale stimulans via “Team Achterhoek” en samenwerkingskracht
Eerder dit jaar werd Team Achterhoek gelanceerd, onderdeel van het project “Achterhoekse Topsport inspireert breedtesport”. Het idee is dat gemeenten, bedrijven, talenten en verenigingen samen nieuwe technologie betaalbaarder en bruikbaar maken voor de hele sportregio.
Concreet betekent dit dat klankbordgroepen worden gevormd, gezamenlijke inkoop van wearables of dataplatforms mogelijk wordt en kennisdeling over interpretatie van data wordt bevorderd. Sommige verenigingen in Berkelland hebben al deelgenomen aan het lokale akkoord ‘Heel Berkelland Beweegt’ waarin onderliggend ook gesproken wordt over innovatie en digitalisering in sport.
Het idee: een club hoeft niet in haar eentje een compleet analysesysteem op te zetten, maar kan meeliften op regionale structuren waarin investering, scholing en gebruik gedeeld worden.
Een Achterhoekse voetbalclub test GPS-vest in de selectie
Binnen een kleinere voetbalclub in de Achterhoek, die anoniem wenst te blijven, werd dit seizoen een GPS-trackingvest getest bij de selectie. De test richtte zich op het in kaart brengen van gelopen afstanden, sprintmomenten, versnellingspieken en herstelpercentages tijdens rustmomenten. Trainers en coördinatoren meldden dat de data laat zien welke spelers in de tweede helft van wedstrijden harder “zakken” in snelheid en op welke momenten herstelblokken tijdens een training nuttig zijn.
Die inzichten hebben geleid tot een aanpassing in het trainingsschema: meer focus op “ama-interval” en rustintervallen voor spelers met hoge piekbelasting. De club-leiding zegt dat het experiment dit seizoen wordt geëvalueerd: lukt dit op de middellange termijn en levert het gedragsverandering op, dan wordt de investering opgeschaald. Hiermee is technologie geen gadget meer, maar onderdeel van sportbeleid.
Knelpunten stiller, maar aanwezig
De clubs die experimenteren met wearables en data geven te kennen dat de grootste uitdagingen niet de techniek zelf zijn, maar:
- Budget en prioriteit — Niet elke club kan zomaar een set GPS-vesten of sensoren aanschaffen.
- Datakennis — Er is behoefte aan meer mensen die data kunnen interpreteren: welke cijfers zijn “normaal”, wat is een waarschuwingsgrens?
- Privacy & AVG — Zeker bij jeugdteams moet zorgvuldig worden omgegaan met persoonsgegevens. Wie mag welke data zien, hoe wordt deze opgeslagen en wie beslist over het gebruik ervan?
Waarom dit moment doorslaggevend is
De verschuiving van experiment naar routine vindt plaats doordat:
- De technologische kosten gedaald zijn.
- Er regionale infrastructuren (zoals Team Achterhoek) verschijnen.
- Clubs zien dat concurrentievoordeel en behoud van leden mede afhangen van professionaliteit.
In de Achterhoek is de eerste generatie “tech-clubs” al actief: TTA met sensoren, een voetbalclub met GPS-vest en samenwerking via gemeenten in Team Achterhoek. De komende twee tot drie jaar zal uitwijzen welke clubs de sprong maken en of technologie slechts een kermisattractie blijft, of een standaard wordt.